De Luisterkamer: Isolde Lasoen

Isolde Lasoen is een Belgische muzikante, vooral bekend als de dynamische drummer bij de band Daan. Haar ritmische precisie en energieke speelstijl hebben haar tot een onmisbaar onderdeel van de groep gemaakt. Maar Isolde's talenten reiken veel verder dan alleen haar werk met Daan. Ze heeft ook haar eigen band, Isolde et Les Bens, waarmee ze een unieke mix van pop, jazz en Frans chanson brengt. De band staat bekend om hun verfijnde sound en meeslepende optredens die het publiek telkens weer weten te betoveren.

Naast haar werk met Daan en Isolde et Les Bens, is Isolde een veelgevraagde sessiemuzikante. Ze heeft samengewerkt met een indrukwekkende lijst van artiesten, waaronder Stef Kamil Carlens, Raymond van het Groenewoud, en Guido Belcanto. Haar vermogen om zich moeiteloos aan te passen aan verschillende muziekstijlen maakt haar een geliefde keuze in de Belgische muziekscene.

Isolde's muzikale reis begon al op jonge leeftijd. Ze studeerde af aan het conservatorium van Gent, waar ze zich specialiseerde in jazz en percussie. Haar opleiding heeft haar een stevige basis gegeven, maar het is haar passie en toewijding die haar echt onderscheidt. Ze blijft voortdurend nieuwe uitdagingen aangaan en grenzen verleggen in haar muziek.

Buiten haar muzikale carrière is Isolde ook een charismatische persoonlijkheid die bekend staat om haar warme en toegankelijke aard. Ze deelt regelmatig haar ervaringen en inzichten via interviews en sociale media, waardoor ze een sterke band met haar fans onderhoudt.

Haar bijdragen aan de muziekwereld zijn niet onopgemerkt gebleven. Isolde heeft verschillende prijzen en nominaties ontvangen voor haar werk, en haar invloed blijft groeien. Of ze nu op het podium staat met haar drumstel, in de studio nieuwe muziek opneemt, of anderen inspireert met haar verhaal, Isolde Lasoen blijft een stralende ster in de Belgische muziekscene.

De selectie van Isolde


The Meters - The Meters

The Meters' debuutalbum uit 1969 is een plaat die de essentie van New Orleans funk perfect vangt, met die onmiskenbare groove die alleen The Meters konden creëren. Art Neville, Leo Nocentelli, George Porter Jr. en Joseph 'Zigaboo' Modeliste vormden samen een ritmische machine die tot op de dag van vandaag mensen in beweging brengt.

Onder de bekwame productie van Allen Toussaint en Marshall Sehorn, creëerde de band een geluid dat zowel rauw als verfijnd is. "Cissy Strut" en "Sophisticated Cissy" zijn natuurlijk de bekendste nummers, maar het hele album zit vol met strakke, inventieve grooves die laten horen waarom deze heren zo invloedrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van funk en R&B.

Wat deze plaat zo bijzonder maakt, is de manier waarop de band complexe ritmes en melodieën weet te verweven tot iets dat tegelijkertijd sophisticated én dansbaar is. De interactie tussen Nocentelli's spaarzame maar effectieve gitaarwerk en Porter's rollende baslijnen, ondersteund door Modeliste's innovatieve drumpatronen, creëert een hypnotiserende sound die je gewoon moet ervaren.

Voor wie dit album waardeert, sta me toe drie aanvullende suggesties te doen die dezelfde muzikale rijkdom delen:

  • Dr. John - In the Right Place (1973) - Een ander New Orleans meesterwerk met The Meters als begeleidingsband

  • James Brown - In the Jungle Groove (1986) - Voor de liefhebbers van strakke, dansbare funk

  • Allen Toussaint - Life, Love and Faith (1972) - Een prachtig voorbeeld van de New Orleans sound, geproduceerd door dezelfde man die The Meters hielp vormgeven

Duke Ellington - Money Jungle

Money Jungle uit 1962 is een fascinerende samenwerking tussen drie ware giganten van de jazz: Duke Ellington, Charles Mingus en Max Roach. Dit album, dat op subtiele wijze sociale commentaar verweeft met virtuoze muzikaliteit, is een meesterlijk voorbeeld van wat er kan gebeuren wanneer drie uitzonderlijke talenten samenkomen in de studio.

De spanning tussen de muzikanten, die naar verluidt tijdens de opnames voelbaar was, vertaalt zich in een elektrificerende dynamiek die het hele album doorademt. Ellington's piano speelt hier niet alleen de rol van bandleider, maar gaat in dialoog met Mingus' expressieve basspel en Roach's inventieve drums. Het titelnummer "Money Jungle" is een perfect voorbeeld van deze interactie - een stuk dat de economische ongelijkheid van die tijd aankaart door middel van dissonante harmonieën en rusteloze ritmes.

Wat dit album zo bijzonder maakt, is de manier waarop het avant-garde elementen verweeft met de blues-roots van de jazz. "Fleurette Africaine" bijvoorbeeld, toont een meer contemplatieve kant van het trio, waarbij de melodische finesse van Ellington wordt ondersteund door het sensitieve samenspel van zijn kompanen. De productie van Alan Douglas verdient ook een speciale vermelding - hij wist de intense energie van de sessie perfect te vangen, wat resulteert in een album dat ook na meer dan 60 jaar nog steeds fris en relevant klinkt.

Voor wie dit meesterwerk wil exploreren, sta me toe drie albums aan te bevelen die in dezelfde geest zijn gemaakt:

  • Max Roach - "We Insist! Freedom Now Suite" (1960) - Een ander belangrijk werk dat muzikale excellentie combineert met sociale commentaar

  • Charles Mingus - "Mingus Ah Um" (1959) - Een essentieel album dat Mingus' compositorische genialiteit ten volle demonstreert

  • Ahmad Jamal - "But Not For Me" (1958) - Een trio-opname die dezelfde intimiteit en intensiteit bereikt, zij het op een meer ingetogen manier

Serge Gainsbourg - Histoire de Melody Nelson

Nu staan we stil bij "Histoire de Melody Nelson", een meesterwerk uit 1971 dat de grenzen van de Franse popmuziek voorgoed heeft verlegd. Serge Gainsbourg, altijd al een meester in het vertellen van verhalen, creëerde hier samen met arrangeur Jean-Claude Vannier een conceptalbum dat nog steeds tot de verbeelding spreekt. Het album, dat slechts 28 minuten duurt, vertelt het verhaal van een fatale ontmoeting tussen een oudere man en de jonge Melody Nelson, een verhaal dat Gainsbourg met zijn kenmerkende fluisterende stem tot leven brengt.

De productie is werkelijk subliem te noemen. De combinatie van psychedelische rock arrangementen met weelderige strijkers creëert een unieke, filmische sfeer die je meteen meeneemt in de wereld van Gainsbourg. De openingstrack "Melody" zet direct de toon met zijn hypnotische baslijnen en orkestrale crescendo's. Jane Birkin's vocalen voegen een extra laag van mysterie en onschuld toe aan het geheel.

Dit album heeft een onuitwisbare invloed gehad op talloze artiesten, van Air en Beck tot Portishead. Het is een perfect voorbeeld van hoe popmuziek tegelijkertijd artistiek ambitieus en toegankelijk kan zijn. De arrangementen van Vannier zijn tijdloos en worden nog steeds bestudeerd en bewonderd door muzikanten en producers wereldwijd.

Voor wie dit album waardeert, raad ik van harte aan om te luisteren naar:

  • Air - "Moon Safari" (1998) - Een modern Frans meesterwerk dat duidelijk geïnspireerd is door Gainsbourg's sound

  • Scott Walker - "Scott 4" (1969) - Voor meer orkestrale pop met een donker randje

  • Charlotte Gainsbourg - "5:55" (2006) - Een prachtig eerbetoon aan haar vaders muzikale erfenis

Nina Simone - Here Comes The Sun - Here Comes The Sun (1971)

Nina Simone's "Here Comes The Sun" is een opmerkelijk bewijs van de transformerende kracht van interpretatie. Uitgebracht in 1971, toont dit album de High Priestess of Soul op haar meest veelzijdige moment, waarbij ze jazz, blues, soul en pop verweeft met haar kenmerkende diepgang en elegantie. Het centrale nummer van het album, een meesterlijke herinterpretatie van The Beatles' zonnige hymne, wordt in Simone's handen iets volledig anders - een gebed voor betere tijden, vertolkt met het gewicht van persoonlijke en politieke strijd.

Wat dit album bijzonder fascinerend maakt is de timing. Gecreëerd tijdens een periode van aanzienlijke persoonlijke en maatschappelijke onrust, staat het als een baken van hoop zonder de complexiteit van zijn tijdperk uit het oog te verliezen. Simone's stem, dat onvergelijkbare instrument, brengt warmte en gravitas in elke selectie, of ze nu "My Way" met trotse waardigheid vertolkt of nieuwe emotionele diepten vindt in "Mr. Bojangles."

De productie is onberispelijk en biedt ruimte voor zowel intieme momenten als vollere arrangementen die Simone's magnetische aanwezigheid ondersteunen maar nooit overweldigen. Haar pianowerk, vaak over het hoofd gezien in discussies over haar kunstenaarschap, zorgt voor verfijnde harmonische fundamenten die ons herinneren aan haar klassieke opleiding aan Juilliard.

Voor wie betoverd is door dit album, zou ik van harte drie albums willen aanraden die dezelfde geest van herinterpretatie en emotionele authenticiteit delen:

  • Billie Holiday - Lady in Satin" (1958) - Nog een onverschrokken artieste die haar ziel blootlegt in de herfst van haar carrière

  • Abbey Lincoln's - Abbey Is Blue (1959) - Een perfecte mix van jazz-verfijning en sociaal bewustzijn

  • Roberta Flack - First Take (1969) - Vergelijkbaar in haar vermogen om het raakvlak tussen klassieke training en pure emotie te vinden

Randy Newman - In Germany Before The War - Little Criminals (1977)

Met deze plaat deelt Isolde een bijzonder stuk muziekgeschiedenis – "In Germany Before the War" van Randy Newman's album "Little Criminals" uit 1977. Dit nummer, verankerd in een album dat Newman's meesterlijke vertelkunst toont, is een aangrijpend en verfijnd werk dat onze aandacht verdient.

De fascinatie van "Little Criminals" ligt in Newman's talent om complexe verhalen te vertellen door een satirische lens, zonder aan muzikale kwaliteit in te boeten. Het album, door Newman zelf geproduceerd, wordt verrijkt door bijdragen van Eagles-leden Glenn Frey en Don Henley, die nieuwe dimensies toevoegen aan de al rijke arrangementen.

De productie is uitzonderlijk: orkestrale arrangementen versmelten naadloos met rock- en popelementen op een manier die zeldzaam is. Newman's scherpe observaties en vertelkunst schitteren, terwijl het controversiële "Short People" zijn vermogen toont om het publiek uit te dagen met zijn eigenzinnige maatschappijkritiek.

De tijdloze kwaliteit maakt deze plaat zo bijzonder. De arrangementen klinken even fris als in 1977, en Newman's maatschappelijke observaties blijven relevant. Zijn unieke combinatie van humor en ernst, gedragen door muzikale excellentie, is ongeëvenaard.

Voor degenen die geïntrigeerd zijn door dit meesterwerk, sta me toe drie albums voor te stellen die een vergelijkbare verteldiepgang en muzikale verfijning delen:

  • Tom Waits - Small Change (1976) - een perfect aanvullend werk met vergelijkbaar gedetailleerde karakterstudies en rijke arrangementen

  • Leonard Cohen - Songs of Love and Hate (1971) - voor wie houdt van gedetailleerde vertelkunst en poëtische teksten

  • Paul Simon - Still Crazy After All These Years (1975) - nog zo'n meesterles in het combineren van verfijnde arrangementen met doordacht maatschappelijk commentaar

Goldfrapp - Human - Felt Mountain (2000)

Uitgebracht in 2000 staat deze plaat als een getuigenis van de grenzeloze mogelijkheden van elektronische muziek wanneer deze met een authentieke artistieke visie wordt gemaakt.

Wat "Felt Mountain" bijzonder speciaal maakt is de meesterlijke combinatie van elektronische texturen met cinematografische klankenlandschappen. Alison Goldfrapp en Will Gregory hebben hier iets werkelijk magisch gecreëerd, waarbij ze gebruik maken van vintage synthesizers, theremin en orkestrale arrangementen om een klanktapijt te weven dat zowel nostalgisch als vooruitstrevend aanvoelt.

De productie, verzorgd door het duo zelf, toont een opmerkelijke aandacht voor detail. Elk element, van de etherische vocals tot de atmosferische instrumentatie, is met precisie en doelgerichtheid geplaatst. De dromerige, atmosferische kwaliteit van het album creëert een bijna hypnotische luisterervaring die bij elke draai van de vinyl nieuwe lagen onthult.

Voor degenen die geïntrigeerd zijn door dit meesterwerk, sta me toe om drie albums voor te stellen die vergelijkbare artistieke ambities delen:

  • Portishead - Dummy (1994) - een baanbrekend werk dat op meesterlijke wijze elektronische elementen combineert met spookachtige vocals en cinematografische arrangementen

  • Broadcast - The Noise Made By People (2000) - prachtige verkenning van vintage elektronische geluiden en droomachtige sferen

  • Björk - Vespertine (2001) - intiem elektronisch album dat Goldfrapp's aandacht voor sonisch detail en experimentele geest deelt

The Alan Parson’s Project - Silence And I - Eye In The Sky (1982)

Silence and I van The Alan Parsons Project's "Eye in the Sky is een bijzonder en opmerkelijk staaltje progressieve rock. Dit plaat uit 1982 toont wat er gebeurt wanneer technische briljantie en artistieke visie elkaar op de meest elegante wijze ontmoeten.

Wat we hier hebben is niets minder dan sonische perfectie, gecreëerd door Alan Parsons, de technische tovenaar wiens gouden touch u wellicht herkent van Pink Floyd's "Dark Side of the Moon." Het album is een fascinerende verkenning van menselijke waarneming en bewustzijn, verpakt in lagen van verfijnde arrangementen die iedere audiofiel week in de knieën maken.

De productiekwaliteit hier is werkelijk buitengewoon, beste vrienden. Elk instrument vindt zijn perfecte plek in de mix, terwijl de orkestrale arrangementen een filmische grandeur toevoegen die de hele luisterervaring naar een hoger niveau tilt. Het is het soort plaat dat bij elke draaibeurt nieuwe geheimen onthult, vooral wanneer je het ervaart door de warme omhelzing van vinyl.

Wat "Eye in the Sky" bijzonder maakt, is de naadloze versmelting van progressieve rockelementen met art rock-gevoeligheden. De samenwerking tussen Parsons en Eric Woolfson creëerde iets dat simpele genreclassificatie overstijgt, waarbij complexe thema's worden overgebracht via toegankelijke melodieën. Dit is, als u wilt, muziek voor de denkende mens, maar nooit ten koste van puur luisterplezier.

Voor degenen wier nieuwsgierigheid is gewekt door dit meesterwerk, sta mij toe drie albums voor te stellen die vergelijkbare artistieke ambities delen:

  • Mike Oldfield - Tubular Bells (1973) - geestverwant op het gebied van ambitieuze compositie en minutieuze productie

  • Renaissance - Turn of the Cards (1974) - voor wie het huwelijk tussen rock en orkestrale arrangementen waardeert

  • Vangelis - Albedo 0.39 (1976) - geweldige fusie van elektronische en orkestrale elementen die meeslepende klanklandschappen creëert

Donald Byrd - Cristo Redentor - A New Perspective (1964)

We verhuizen naar de wonderlijke wereld van Donald Byrd's "A New Perspective" uit 1963, een album dat de grenzen van jazz op de meest elegante wijze verlegt. Het is een plaat die ons herinnert aan de tijdloze kracht van muzikale innovatie, met als stralend middelpunt het nummer "Cristo Redentor".

Dit meesterwerk, geproduceerd door de legendarische Alfred Lion voor Blue Note Records, verenigt de virtuoze trompet van Donald Byrd met een uniek element: een gospelkoor. De bezetting is ronduit indrukwekkend, met grootheden als Blue Mitchell op trompet en Hank Mobley op tenorsaxofoon die hun muzikale ziel blootleggen in elk arrangement.

Wat deze plaat zo bijzonder maakt, is de manier waarop ze jazz en spiritualiteit verweeft tot een coherent geheel. Het is een album dat getuigt van Byrd's visionaire benadering van compositie, waarbij hij de traditionele jazzstructuren verrijkt met religieuze en spirituele elementen. De productie is, zoals we dat gewend zijn van Blue Note uit die periode, van een verbluffende helderheid die ook na al die jaren nog steeds imponeert.

Voor de fijnproevers onder u, die zich graag verder willen verdiepen in vergelijkbare muzikale avonturen, sta mij toe drie albums aan te bevelen die eenzelfde spirituele diepgang en muzikale verfijning delen:

  • John Coltrane - A Love Supreme (1964) - een spirituele jazz-odyssee die dezelfde contemplatieve diepgang bereikt

  • Duke Pearson - The Phantom (1968) - nog zo’n Blue Note-pareltje dat gospel en jazz op meesterlijke wijze verenigt

  • Oliver Nelson - The Kennedy Dream (1967) - voor wie houdt van ambitieuze arrangementen met een diepere betekenis

Sébastien Tellier - L'Amour Naissant - Confection (2013)

Stap mee in de betoverende wereld van "L'Amour Naissant" van Sébastien Tellier's album "Confection" uit 2013. Dit is een werk dat ons herinnert aan de tijdloze kracht van instrumentale eloquentie, een album dat de Franse componist creëerde als een intieme muzikale brief aan zijn luisteraars.

Wat "Confection" zo bijzonder maakt, is de manier waarop Tellier afziet van zijn karakteristieke vocalen om een pure, instrumentale ervaring te scheppen. De productie, die hij zelf verzorgde, is van een verbluffende helderheid. Elk pianoaccoord, elke subtiele percussieve aanraking van de legendarische Tony Allen, vindt zijn perfecte plaats in het klanklandschap. Het is een album dat zich ontvouwt als een delicate bloem, waarbij elke beluistering nieuwe nuances en texturen onthult.

"L'Amour Naissant" in het bijzonder belichaamt de essentie van het album - een meditatieve reis door emotionele landschappen, gedragen door minimalistische arrangementen die des te krachtiger zijn in hun ingetogenheid. Het is muziek die spreekt zonder woorden, die emoties oproept zonder expliciet te zijn, die raakt zonder te dwingen.

Voor de fijnproevers onder u die zich graag verder willen verdiepen in vergelijkbare muzikale avonturen, sta mij toe drie albums aan te bevelen die eenzelfde gevoel voor verfijning en emotionele diepgang delen:

  • Erik Satie - Gymnopédies & Gnossiennes - voor de liefhebbers van minimalistische piano composities met maximale emotionele impact

  • Nils Frahm - Felt - een moderne klassieker die eenzelfde intieme sfeer weet te creëren

  • Harold Budd - The Pearl - een essentieel werk voor wie houdt van atmosferische, contemplatieve muziek

Vorige
Vorige

Nieuwe muziek - week 47

Volgende
Volgende

Nieuwe muziek - week 31